Algemeen

Het versterken van de woon- en leefomgeving is essentieel voor het vasthouden en aantrekken van inwoners. Het instandhouden van een aantrekkelijke, hele en veilige leefomgeving hoort daarbij.

De instandhouding van de kapitaalgoederen is daarbij essentieel. Dit vereist een integrale afweging tussen de kapitaalgoederen (het areaal), de vastgesteld kwaliteitsniveau (de kwaliteit) en de personele en financiële middelen (de middelen). Belangrijk uitgangspunt bij deze afweging vormt C2C als filosofie en instrument om de transitie naar onuitputtelijke grondstoffen, duurzame energie, klimaatadaptie en gezondheid op lokaal en regionaal niveau te realiseren dan wel te versnellen. Een belangrijk instrument daarbij vormt de TCO-methode (Total Cost of Ownership), waarbij alle kosten gerelateerd aan de aanschaf, gebruik en onderhoud gedurende de levenscyclus van kapitaalgoederen volledig inzichtelijk worden gemaakt.

Andere belangrijke beleidsmatige uitgangspunten (m.n. uit de beleidsmatige raadsprogramma’s uit het sociaal- en ruimtelijk domein) bij de afweging vormen de differentiatie qua beheer van de leefomgeving en gemeentelijke vastgoed en de differentiatie tussen wijken waarbij nadrukkelijk wordt ingezet op betrokkenheid, inspraak en zelfs zelfbestuur burgers. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar Programma 11 Beheer openbare ruimte (paragraaf 3.11).

Uiteraard zullen de resultaten van de afweging niet strijdig zijn met vigerende wet- en regelgeving en zullen ze in de pas lopen met de beschikbare middelen. Immers na jarenlange taakstellingen en bezuinigingen zullen bewust keuzes gemaakt moeten worden vanuit een realistische ambitie. Aan de ambitie van de Strategische visie 2030 ‘Een kwalitatief hoogwaardige woonomgeving door langjarig gerichte investering’ kan dus in het beheren van de openbare ruimte in beperkte mate invulling gegeven worden. Daarnaast is een aantal van de taken waarop kapitaalgoederen betrekking hebben verplicht. Zo heeft de gemeente een wettelijke plicht betreffende de riolering en het onderhoud van wegen. Daarnaast heeft de gemeente diverse (wettelijke) zorgplichten zoals ten aanzien van bomen.

Tot slot wordt aangetekend dat achterstallig beheer en onderhoud kan leiden tot risico’s, kapitaalvernietiging en aansprakelijkstelling van de gemeente. De meerjarige onderhoudsprogramma’s binnen de gemeente Venlo zijn gebaseerd op beheer- en beleidsplannen, zoals onder andere het GRP en het Meerjarenprogramma voorziening Groot Onderhoud Wegen. Op deze wijze wordt gestructureerd uitvoering gegeven aan het beheer en onderhoud van de infrastructuur, voorzieningen en vastgoed binnen de gemeente Venlo.