Onderwijs en Jeugd

Inleiding

Het programma Onderwijs en Jeugd beschrijft de relatie tussen de gemeentelijke overheid en de jeugdige inwoners van Venlo. Dit programma omvat ook de thema’s passend onderwijs en leerlingenvervoer.

Het programma 5 heeft een sterke relatie met programma 4 Zorg en Welzijn omdat in dat programma wordt ingegaan op de jeugdige inwoners die ondersteuning of zorg nodig hebben.

Het programma heeft een brede reikwijdte ten aanzien van jeugdigen, want ook het algemeen vormende onderwijs en het toezien op het volgen van onderwijs zijn onderdeel van dit programma. Overigens vindt u het onderwerp beroeps- en hoger onderwijs terug in programma 6 Economie en Toerisme.

Met behulp van de doelenboom in de volgende paragraaf wordt schematisch weergegeven welk strategisch kader wordt gehanteerd en welke doelstellingen wij met de uitvoering van dit programma willen realiseren.

Wat willen we bereiken?

In de Strategische Visie 2030 zijn twee hoofdopgaven geformuleerd: ‘het versterken van de maatschappelijke ruggengraat’ en ‘het verbeteren van het vestigingsklimaat voor inwoners en bedrijven’. Het programma Onderwijs en Jeugd draagt bij aan beide hoofdopgaven.

In de Sociale Structuurvisie Venlo 2022 ‘Ik ken jouw naam, jij de mijne. Samen zijn wij Venlo’ is een hoofdopgave voor het sociale domein verwoord als ‘het vermogen van de stad om iedere inwoner van Venlo een veilige leefomgeving te bieden met voldoende mogelijkheden om mee te doen’. Deze doelstelling is nader uitgewerkt in vier kernopgaven. Het programma Onderwijs en Jeugd draagt rechtstreeks bij aan kernopgave 2 (‘iedereen ontwikkelt zijn competenties: persoonlijke ontwikkeling’).

Kernopgave 2 is in de volgende ambitie geconcretiseerd: Venlo biedt volop mogelijkheden voor (talent)ontwikkeling: onderwijs, werk, sport, bewegen, persoonlijke- en kunstzinnige vorming en culturele activiteiten. Goed onderwijs duurt een mensenleven lang. De samenleving verandert per slot van rekening voortdurend. Samen met partners zorgt de gemeente ook de komende jaren voor een passende infrastructuur op het gebied van (passend) onderwijs, cultuur, kunsteducatie en sport. We spreken onze maatschappelijke partners, (beroeps) onderwijs en bedrijfsleven aan op onze gezamenlijke verantwoordelijkheid.

Voor de periode 2014-2018 is het coalitieprogramma ‘Verbinden vanuit Vertrouwen en Verantwoordelijkheid’ richtinggevend (accenten). Voor het programma Onderwijs en Jeugd is ‘toekomstperspectief voor iedereen’ van belang, bijvoorbeeld door het stimuleren van een leven lang leren.

Uit de visies die hiervoor zijn genoemd, is voor programma Onderwijs en Jeugd de volgende strategische doelstelling geformuleerd:

Iedereen ontwikkelt zich naar vermogen tot een volwaardig inwoner van onze samenleving.

Uitgaande van de niveaus in het model van samen sturing behoort de invulling van deze doelstelling in hoge mate tot niveau 1 en beperkt tot niveau 2. Met andere woorden: voor de invulling van deze doelstelling is slechts een beperkte, voornamelijk faciliterende, rol voor de gemeente weggelegd. Primair zijn onze (jeugdige) inwoners en hun ouders/verzorgers verantwoordelijk. Het onderwijsveld heeft voor onze kinderen en jeugdigen de verantwoordelijkheid om te zorgen voor kwalitatief goed onderwijs. De gemeentelijke rol is ook daar voorwaardenscheppend. Daarnaast dient de gemeente toe te zien op deelname aan het onderwijs.

Binnen het programma Onderwijs en Jeugd geven wij uitvoering aan onze verantwoordelijkheden op grond van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voorgezet onderwijs, de Wet op de expertisecentra (onderwijshuisvesting en leerlingenvervoer), de Leerplichtwet (toezicht op deelname aan onderwijs) en de Wet Passend Onderwijs De schoolbesturen zijn, naast hun verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de Wet Passend Onderwijs, ook verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs. De bewaking hiervan is een verantwoordelijkheid van het Rijk.

Samen met het onderwijsveld en andere partners wordt gezorgd voor mogelijkheden voor de jeugd en jongvolwassenen om hun talenten te kunnen ontwikkelen. Daarnaast zorgt de gemeente ervoor dat jeugdigen en jongvolwassenen zich ook buiten het onderwijs kunnen ontplooien.

De resultaten op de geformuleerde strategische doelstelling worden met de volgende effectindicator (*) gevolgd:

(*) Op basis van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten is besloten om op landelijk niveau ook het absoluut verzuim (aantal per 1.000 leerlingen) en relatief verzuim (per 1.000 leerlingen) inzichtelijk te maken.

Indicator

JR 2016

2018

2019

2020

2021

Aandeel vroegtijdig schoolverlaters

Wat gaan we daarvoor doen?

Voor het realiseren van de ambitie van dit programma worden in 2018 de hierna genoemde concrete inspanningen geleverd. Deze inspanningen zijn in veel gevallen activiteiten die al in een eerdere periode zijn ingezet of betreffen de uitvoering van een wettelijke taak.

Samenhangend jeugdbeleid

Een onderdeel van de Jeugdwet is het inzetten op preventie, vroegtijdig signaleren en het snel bieden van passende zorg en ondersteuning. Jeugdbeleid ter versterking van de zogenoemde pedagogische civil society en vanuit de kracht en verantwoordelijkheid van de jeugd en hun omgeving.. Hierbij vormen behoeften en vragen van jeugdigen en hun ouders/opvoeders uitgangspunt en worden er verbindingen gelegd met de beleidsterreinen sport, cultuur, veiligheid, participatie, gezondheid en de inrichting van de openbare ruimte (logische vindplaatsen). Dit alles vanuit de veronderstelling dat investeren in preventie op termijn vermindering van de uitgaven voor ondersteuning en zorg oplevert.

Het faciliteren van de persoonlijke ontwikkeling van onze inwoners

Jezelf ontwikkelen begint al ongeveer bij je geboorte en gaat je leven lang door. Mensen leren daarbij niet alleen voor hun arbeidsloopbaan, maar ook om zich in algemene zin te blijven ontwikkelen. Deze ontwikkeling heeft o.a. betrekking op onderwijs, sport en bewegen en kunst en cultuur. En ook op de meer recreatieve invulling: het (buiten) spelen en het invullen van de vrije tijd. Dit komt aan bod in programma 7 Sport- en Cultuurbevordering. De sociale functie van het onderwijs heeft tot doel ervoor te zorgen dat kinderen zich ontwikkelen tot sociaal vaardige burgers. De primaire verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij ouders/opvoeders. Vanuit onze verantwoordelijkheid verrichten wij de volgende inspanningen:

Voorkomen voortijdig schoolverlaten (VSV)

Venlo is voor de VSV-aanpak contactgemeente voor RMC-regio 38 (Noord- en Midden-Limburg). Deze regio scoort (2016) met een percentage van 1.5 beter dan het landelijke gemiddelde van 1.8. De gemeente Venlo scoort met een percentage van 2.06 slechter dan het landelijk gemiddelde. (Maastricht 3.04, Heerlen 3.01, Sittard 2.24).

Het terugdringen van het % aandeel voortijdig schoolverlaters in onze gemeente stagneert. De oorzaak hiervan ligt in een verzwaring van individuele casussen (veelal multiproblem) en dat de uitbreiding van de doelgroep niet gepaard is gegaan met een verhoging van de inzetbare middelen. De doelgroep (VSV-aanpak en RMC-coördinatie) is in 2016 uitgebreid met jongeren in een kwetsbare positie. Dit zijn leerlingen die uitstromen uit het Praktijkonderwijs, het Voortgezet Speciaal Onderwijs, het Entreeonderwijs en de voortijdig schoolverlaters uit eerdere schooljaren.

Hoewel het aandeel binnen onze gemeente boven het landelijk gemiddelde ligt, is het aantal voortijdig schoolverlaters in de afgelopen jaren aanzienlijk afgenomen. De kern van de aanpak is de intensieve samenwerking (gezamenlijke aanpak) tussen onderwijsbesturen, scholen en gemeenten middels leerplicht- en RMC-consulenten deze samenwerking vindt plaats op Regionaal gebied als wel lokaal. Wij zullen deze aanpak in de komende periode verder voortzetten en zo mogelijk uitbouwen.

Het ministerie van OCW heeft de doelen voor de periode 2017-2020 aangescherpt. Het ministerie heeft als landelijke doelstelling geformuleerd: maximaal 20.000 voortijdig schoolverlaters. Dit is 5.000 voortijdig schoolverlaters minder dan de voorgaande doelstelling. Het ministerie wil ook de regionale samenwerking tussen het onderwijs en het arbeid- en zorgdomein versterken. Het gaat bijvoorbeeld om het versterken van de verbinding tussen jeugd(zorg), arbeidsmarkt en de RMC-coördinatie.

In 2017 zijn wij verder gegaan met het opstellen van een beleidsnota onderwijs. Als gemeente zijn wij niet verantwoordelijk voor de kwaliteit (inhoud) van het geboden onderwijs en de beleidsnota heeft dan ook niet deze strekking. Wat we met de beleidsnota duidelijk willen maken, is dat onderwijs ‘loont’ en in alle gevallen zou moeten zijn gericht op het verkrijgen van arbeid/inkomen en/of participatie/meedoen. Hierbij zoeken wij naar het dragen van een gezamenlijke verantwoordelijkheid van gemeente, schoolbesturen, ouders en leerlingen.

Peuterspeelzaalwerk/ VVE

Gemeenten en rijk spannen zich vanaf 2016 extra in om het aantal peuters dat een peuterspeelzaal bezoekt te laten toenemen. Het bezoeken van een peuterspeelzaal verbetert de startpositie waarmee kinderen instromen in het basisonderwijs. Gemeenten krijgen hiervoor extra middelen van het rijk voor de periode 2016-2021. Voor de gemeente Venlo loopt het bedrag op van € 58.000 in 2016 naar € 353.000 in 2021. Hiervoor moeten wij voor de peuters waarvan de ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag, het bezoeken van een peuteropvang/peuterspeelzaal mogelijk maken. Het rijk financiert via de kinderopvangtoeslag de opvang van kinderen van werkende ouders in alle voorschoolse voorzieningen (peuteropvang, peuterspeelzaal en kinderdagverblijven). Hiervoor zal per 1 januari 2018 de Wet harmonisatie kinderopvang en peuterspeelzaalwerk worden ingevoerd.

Kinderen met een taal-en/of ontwikkelingsachterstand krijgen extra begeleiding middels voor- en vroegschoolse educatie (VVE) op een VVE-gecertificeerde peuterspeelzaal of VVE-gecertificeerd kinderdagverblijf. Deze begeleiding kan ook in de groepen 1 en 2 van het primair onderwijs worden geboden. VVE vormt samen met de zogenoemde schakelklassen in het primair onderwijs de uitvoering van het Lokale Onderwijs Achterstandenbeleid in Venlo.

Het ‘dossier’ Onderwijsachterstandenbeleid is door het (huidige) demissionaire kabinet controversieel verklaard. Wij hebben op dit moment dan ook geen eenduidig inzicht in de eventuele financiële effecten hiervan voor 2018 en verder. Er moet vanaf 2018 echter rekening worden gehouden met een korting op het landelijke budget voor gemeenten van mogelijk 40 miljoen euro. Daarnaast wordt er een nieuwe ‘schoolgewichtenregeling’ voorbereid. Deze kan consequenties hebben voor de bekostiging van het aantal kinderen met een taal- en/of ontwikkelingsachterstand in het basisonderwijs.

Passend onderwijs

Passend onderwijs beoogt dat leerlingen onderwijs kunnen volgen in een zoveel als mogelijke thuis-nabije omgeving. Zo worden ze het best voorbereid op een vervolgopleiding en kunnen ze zo goed mogelijk meedoen in de samenleving. Indien het voor hen passend is, kunnen kinderen naar een speciale onderwijsvoorziening (speciaal onderwijs en voortgezet speciaal voortgezet onderwijs). De positieve uitkomsten van passend onderwijs zullen uiteindelijk zichtbaar moeten worden in de volgende maatschappelijke resultaten:

  • Meer jongeren behalen een startkwalificatie;
  • Meer jongeren verwerven duurzaam een inkomen naar vermogen uit (passende) arbeid;
  • Meer jongeren participeren actief in de samenleving.

Deze uitkomsten zijn alleen haalbaar als gemeente, onderwijs en ouders/verzorgers samen investeren in een sluitend systeem voor passende ondersteuning voor jeugdigen. Hiervoor hebben het Voortgezet Speciaal Onderwijs/Praktijkonderwijs, UWV en gemeente Venlo afspraken gemaakt om jongeren zo veel als mogelijk vanuit school richting arbeid/inkomen en/of participatie/meedoen te brengen. Daarbij wordt waar mogelijk gebruik gemaakt van bestaande netwerken (Baanwijs).

Wij zetten ons nadrukkelijk in om scholen (primair onderwijs) ertoe te bewegen om onderwijs van c.q. in de Duitse taal aan te bieden zoals ook is verwoord in het coalitieprogramma ‘Verbinden vanuit vertrouwen en verantwoordelijkheid’. Hierbij sluiten we waar mogelijk aan bij Europese en landelijke programma’s en maken we gebruik van de ervaringen van het voortgezet onderwijs in Venlo. In schooljaar 2017-2018 steunen wij een pilotproject binnen het primair onderwijs om kennis te maken met de Duitse taal en cultuur. Deze pilot wordt mede gefinancierd met een Interreg-subsidie. In de tweede helft van 2016 is ook de provincie Limburg gestart met het verder stimuleren van het aanbieden van Duits taalonderwijs binnen het primair onderwijs. In 2018 zullen wij de ervaringen vanuit de pilot en de ‘stimulans’ vanuit de provincie Limburg bundelen om te komen tot een bredere uitrol van Duits taalonderwijs binnen de scholen in Venlo.

Het behouden en waar nodig versterken van een adequate leeromgeving

In het eerste halfjaar van 2017 zijn de contouren zichtbaar geworden van het strategische huisvestingsplan. Een strategisch onderwijshuisvestingsplan is een Integraal HuisvestingsPlan (IHP) waarin ook de strategische keuzes van de schoolbesturen worden ‘meegenomen’. Het doel is om per stadsdeel te komen tot een toekomstbestendige onderwijshuisvesting. Het plan wordt in overleg met de gezamenlijke schoolbesturen primair onderwijs, speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs opgesteld.

Doel van dit huisvestingsplan is om te komen tot een kwalitatief en kwantitatief toekomstbestendig aanbod qua onderwijshuisvesting. De scheiding van taken en financiële middelen tussen gemeente en onderwijsbesturen vereist bij het realiseren van goede, gezonde, duurzame en exploitabele scholen voor alle Venlose leerlingen een gezamenlijke (financiële) inspanning van gemeente en schoolbesturen. De gemeente Venlo en de Venlose schoolbesturen hebben de intentie uitgesproken om te komen tot realisatie van deze vereiste gezamenlijke inspanning. Dit betekent dat beschikbare geldstromen van gemeente en schoolbesturen gecombineerd gaan worden. Inzet zal zijn niet primair te gaan voor (vervangende) nieuwbouw, maar voor levensduur-verlengende renovatie van bestaande schoolgebouwen. Voorstel is om af te zien van volledige door decentralisatie.

Het huisvestingsplan/spreidingsplan is neergelegd in een overzicht van locaties met een daaraan verbonden investeringsplanning. Per locatie is vastgelegd welke investeringen in de planperiode worden gepleegd. Het huisvestingsplan is gebaseerd op een evenwichtige spreiding van onderwijslocaties. Het geheel zal gebaseerd moeten zijn op meerjarige bindende afspraken.

Op het moment dat deze programmabegroting is opgesteld waren de (constructieve) gesprekken met de schoolbesturen over de uitwerking van het strategische huisvestingsplan en het concept van ondersteunende budgetovereenkomsten nog gaande. Om de gesprekken (ononderbroken en conform planning) te kunnen voortzetten is het huisvestingsplan opgenomen in de meerjarenbegroting.

Vanaf 2015 is onze verantwoordelijkheid op het gebied van huisvesting aanzienlijk gewijzigd. Voor het primair onderwijs beperkt de gemeentelijke huisvestingsplicht zich tot de volgende aspecten:

  • Nieuwbouw;
  • Uitbreiding;
  • Ingebruikneming;
  • Verplaatsing;
  • Eerste inrichting onderwijsleerpakket en meubilair;
  • Medegebruik;
  • Herstel/vervanging van schade ingeval van bijzondere omstandigheden.

Onderwijsbesturen zijn verantwoordelijk voor de exploitatie en binnen- en buitenonderhoud van schoolgebouwen.

De gewijzigde verantwoordelijkheid dient behalve in de onderwijswetgeving ook tot uitdrukking te komen in een aanpassing van de ‘Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Venlo 2010’. Zodra het Op Overeenstemming Gericht Overleg (OOGO) met de schoolbesturen voor primair onderwijs is afgerond en er duidelijkheid is over de wijze van samenwerking op gebied van onderwijshuisvesting zullen wij de nieuwe verordening aan de raad ter vaststelling voorleggen..

Invulling van de Wet passend onderwijs moet ertoe leiden dat meer leerlingen 'thuis nabij' passend onderwijs gaan volgen. Scholen hebben de afgelopen jaren veel aan structuren gewerkt en hebben kennis en ervaring opgedaan. De daadwerkelijke effecten van passend onderwijs moeten de komende jaren vorm en inhoud krijgen en zullen ook zichtbaar moeten worden in het strategische onderwijshuisvestingsplan.

Voor MFA op den Berg wordt in 2018 een krediet beschikbaar gesteld voor de realisering van een combinatie van school, gymzaal, huis van de wijk en kinderopvang met C2C ambitie. De gemeente Venlo investeert hierbij in het gebouw waarbij voor o.a. de duurzame maatregelen subsidies en bijdragen van derden wordt gevraagd. Op basis van een uitgewerkt voorlopig ontwerp inclusief de financiële vertaling van kosten en dekking, kan het college de definitieve GO voor het project verlenen. Hierbij is rand voorwaardelijk dat er subsidies en bijdrage van derden zijn ontvangen om de C2C ambitie te financieren (hierbij is uitgegaan van een bijdrage van € 50.000 structureel vanaf 2021).

Het voortgezet onderwijs krijgt de komende jaren te maken met een krimp van leerlingenaantallen. Hoewel de gemeente de huisvesting (en de middelen) van het voortgezet onderwijs heeft door gedecentraliseerd, worden deze ontwikkeling en de consequenties daarvan nauwlettend gevolgd.

Onderwijshuisvesting schakelklassen

In nauw overleg met de schoolbesturen voor primair onderwijs wordt de huidige lijn om statushouders binnen bestaande schoollocaties te integreren en te huisvesten, gecontinueerd.

In Venlo (Valuascollege) is een Internationale Schakel Klas (ISK) voorziening ingericht welke voortgezet onderwijs biedt aan niet-Nederlandstalige kinderen die in Venlo of Peel en Maas wonen. Deze voorziening heeft een capaciteit van 8 groepen van 18 leerlingen. Kinderen uit Venray en Horst gaan naar de ISK- voorziening in Hegelsom die in 2016 is gestart. De gevolgen van de sluiting van het AZC in Venlo en de sluiting van de AZC-locatie in Blitterswijck welke niet was voorzien, worden in 2017-2018 in samenspraak met de betrokken Noord-Limburgse gemeenten en schoolbesturen OGVO en LVO uitgewerkt. In gezamenlijkheid is gewerkt aan het opbouwen van voldoende capaciteit van een ISK-voorziening en in gezamenlijkheid dient ook gewerkt te worden aan het opvangen van de mogelijke gevolgen voor het onderwijs in de ISK-voorzieningen als gevolg van de sluiting van AZC-locaties.

Op dit moment hebben wij zeer beperkt zicht op het aantal statushouders in de leeftijd van 4-12 jaar dat in Venlo wordt gehuisvest. Ook over de achtergrond van deze kinderen hebben wij geen inzicht. Daarom kan er ook nu nog geen inschatting worden gemaakt van het aantal schakelklassen dat noodzakelijk is. Voor stadsdeel Venlo geldt dat we zoveel als mogelijk gebruik zullen maken van de vrijgekomen AZC-schakelklassen. Hierdoor kunnen wij ‘optimaal’ gebruik maken van de investeringen die zijn gedaan en de ervaringen die zijn opgedaan bij de opvang van die vluchtelingen.

Bewegingsonderwijs

Het faciliteren van bewegingsonderwijs is een specifiek onderdeel van onze verantwoordelijkheid op het gebied van onderwijshuisvesting. Via deze verantwoordelijkheid wordt een belangrijk deel van de sportinfrastructuur (mede) bekostigd. Hier ligt een relatie met Programma 7 Sport- en Cultuurbevordering.

De wens van het rijk was om ieder kind drie uur per week bewegingsonderwijs aan te bieden. Deze ambitie lijkt onhaalbaar en onbetaalbaar. Toch ligt er hier een belangrijke relatie tussen sport-, onderwijs- en (preventief) jeugdbeleid. Door de inzet van sportconsulenten streven wij ernaar dat in 2018 alle basisscholen een beweegvriendelijk schoolplein hebben. Op deze manier komen kinderen voldoende in aanraking met bewegen en dit draagt eraan bij dat kinderen een gezonde leefstijl ontwikkelen.

Bewegen op school wordt verder in een bredere context geplaatst. Bijvoorbeeld in de context van de weerbaarheid van jeugdigen, de overgang van primair- naar voortgezet onderwijs, het voorkomen van pestgedrag en het bevorderen van een gezonde leefstijl (voorkomen van overgewicht, Jongeren Op Gezond Gewicht). De sportconsulent speelt een belangrijke rol in de uitvoering hiervan door groepsleerkrachten te ondersteunen, te begeleiden en weerbaarheidstrainingen te geven voor leerlingen met weinig zelfvertrouwen. Ook hier ligt een relatie met programma 7 Sport- en Cultuurbevordering.

Voor de vervangende nieuwbouw voor het bewegingsonderwijs van de gymzaal Hoogstraat/ Tegelen in C2C-uitvoering wil het college een verruiming van het krediet in 2018 toekennen. Indien het rijk ter uitvoering van een EU-richtlijn besluit tot het wijzigen van de kostprijsverhogende BTW voor sportaccommodaties, dan zal het college heroverwegen om dit krediet eerder toe te kennen.

Leerlingenvervoer

De Wet op het primair onderwijs, de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet op de expertisecentra maken de gemeente verantwoordelijk voor het (laten) organiseren van vervoer voor kinderen die daarvoor in aanmerking komen. Dit is verankerd in de Verordening leerlingenvervoer gemeente Venlo.

Bij de wijziging van de verordening leerlingenvervoer heeft het bevorderen van de zelfredzaamheid van jongeren centraal gestaan. De verplaatsing van de islamitische basisschool met ingang van augustus 2017 is vanwege te optimistisch (te krap) ingeschatte bouwvoorbereidingstijd niet haalbaar gebleken. Dit heeft tot gevolg dat de hiervoor geraamde besparing op leerlingenvervoer van € 57.000 niet wordt gerealiseerd. De daadwerkelijke verplaatsing zal waarschijnlijk april 2018 plaatsvinden.

Alle Noord-Limburgse gemeenten (m.u.v. Mook en Middelaar) hebben deel genomen aan de Europese aanbesteding leerlingenvervoer. Het contract loopt van 1 augustus 2017 tot 1 augustus 2020. Dit met het oog op de integratie van het leerlingenvervoer in het doelgroepenvervoer met ingang van deze datum. Door deze gezamenlijke aanpak kunnen maximale synergievoordelen worden behaald. Het uiteindelijke financiële effect kan op dit moment nog niet worden berekend.

Het verzorgen van adequaat toezicht op competentieontwikkeling

De gemeente is in het kader van het recht op onderwijs en het voorkomen van voortijdig schoolverlaten (VSV) verantwoordelijk voor het toezicht op basis van de Leerplichtwet en heeft hiervoor leerplichtambtenaren benoemd.

De Regionale Meld en Coördinatie (RMC) wetgeving is terug te vinden in de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet educatie en beroepsonderwijs en de Wet op de expertisecentra en is erop gericht dat leerlingen het onderwijs verlaten met een startkwalificatie voor de arbeidsmarkt. We (blijven) investeren in het voorkomen van voortijdig schoolverlaten. Dit gebeurt door het invullen van de RMC-functie voor Venlo, Beesel en Peel & Maas en het invullen van de rol van centrumgemeente voor RMC-regio 38 (Noord- en Midden-Limburg).

Vanaf schooljaar 2016-2017 is de doelgroep (VSV-aanpak en RMC-coördinatie) uitgebreid met jongeren in een kwetsbare positie. Dit zijn leerlingen die uitstromen uit het Praktijkonderwijs, het Voortgezet Speciaal Onderwijs, het Entree-onderwijs en de voortijdig schoolverlaters uit eerdere schooljaren.

Om te komen tot een integrale en effectieve aanpak en samenwerking, wordt de RMC-regio’s gevraagd om bestaande programma’s en plannen (bijvoorbeeld VSV-plannen en jeugdwerkloosheidsplannen) op het gebied van voortijdig schoolverlaten met elkaar te verbinden. Uiteindelijk moet dit resulteren in een 'regionale aanpak VSV en kwetsbare jongeren'.

Betrokkenheid verbonden partijen

Voor de uitvoering van het programma Onderwijs en Jeugd wordt nauw samengewerkt met de volgende partners:

  • Onderwijsgemeenschap Venlo en Omstreken;
  • Samenwerkingsverband Passend Onderwijs PO;
  • Samenwerkingsverband Passend Onderwijs VO;

Schoolbesturen in het primair-, voortgezet-, speciaal-, voortgezet speciaal-, praktijk-, middelbaar beroepsonderwijs.

Bedragen x 1.000

Middelen Programma 05

Baten / Lasten

2017

2018

2019

2020

2021

Onderwijs en Jeugd

Baten

4.900

4.732

4.693

4.097

4.146

Lasten

16.051

16.061

16.195

16.339

16.384

Subtotaal programma 05

-11.151

-11.328

-11.502

-12.242

-12.237

Onttrekkingen aan reserves

Baten

148

96

Toevoegingen aan reserves

Lasten

96

Saldo programma 05 na verrekening reserves

-11.099

-11.232

-11.502

-12.242

-12.237

Begrotingsvoorstellen (excl. investeringen)

Bedragen x €1.000

Nr

Omschrijving

2018

2019

2020

2021

18-009

Loonkostenindexering 2017 PKB in meerjarenbegroting 2018-2022

-19

-19

-18

-18

18-010

Grip op de PKB

3

3

2

2

18-017

Invulling inkooptaakstelling

4

4

4

4

18-022

Herschikking dotatie onderhoudsvoorzieningen vastgoed

-3

-3

-3

-3

18-023

Toerekening salariskosten

-240

-240

-274

-321

18-062

Inflatie 2018-2022

-89

-89

-91

-91

18-064

Verwerking ontwikkelingen binnen de vastgoedportefeuille

2

2

2

2

18-081

OZB onderwijsgebouwen

-173

-173

-173

-173

18-094

Sloop noodlokalen onderwijs

-93

-36

18-157

Meicirculaire 2017

18-165

Niet doorvoeren inflatie 2018

88

89

90

91

18-166

Herstructurering Eigen vermogen

-148

-148

-148

-148

18-173

Laaggeletterdheid

-150

-150

-150

-150

Totaal

-818

-725

-796

-805

Investeringen

Bedragen x € 1.000

Investeringen Programma 05

Vervanging - Uitbreiding

Rendabel - Onrendabel

Krediet 2018

18-044

Renovatie OBS Harlekijn

Vervanging

O

1.702

18-045

Renovaties Basisscholen Blerick

Vervanging

O

1.057

18-046

Renovatie De Meule

Vervanging

O

1.430

18-047

Renovatie Groenveldschool

Vervanging

O

1.094

18-048

Renovatie 't Kapelke

Vervanging

O

433

18-049

Renovatie Rudolf Steiner Educare

Vervanging

O

1.053

18-050

Renovatie Mytylschool Ulingshof

Vervanging

O

1.824

18-101

Nieuwbouw gymzaal Hoogstraat

Vervanging

O

800

18-150

MFA op de Berg

Vervanging

O

5.000

Totaal Investeringen Programma 05

14.392

Beleidskaders

De volgende documenten hebben een relatie met dit programma:

  • Strategische visie ‘Regio in Balans’;
  • Strategische visie Venlo 2030;
  • Sociale structuurvisie Venlo 2022 'Ik ken jouw naam, jij de mijne. Samen zijn wij Venlo';
  • Verbinden vanuit Vertrouwen en Verantwoordelijkheid. Coalitieprogramma Venlo 2014-2018;
  • Verordening voorzieningen huisvesting onderwijs gemeente Venlo 2010;  
  • Verordening leerlingenvervoer gemeente Venlo;
  • Convenant/overeenkomst doordecentralisatie voortgezet onderwijs.