Weerstandsvermogen

Het weerstandsvermogen is het vermogen van de gemeente om financiële tegenvallers op te kunnen vangen.

De ratio weerstandscapaciteit is een hulpmiddel om het weerstandsvermogen te kunnen meten en bestaat uit de relatie tussen het risicoprofiel (de benodigde weerstandscapaciteit) en de beschikbare middelen om eventuele tegenvallers op te vangen (beschikbare weerstandscapaciteit).

Bij de berekening van de ratio weerstandscapaciteit gelden de volgende beleidsuitgangspunten:

  • De minimale omvang van de algemene reserve is vastgesteld op € 9 miljoen.
  • De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit:

- de algemene reserve;

- de overige bestemmingsreserves;

- de post onvoorzien;

- de algemene grondreserve.

  • Gestreefd wordt naar een waarde van de ratio weerstandscapaciteit van minimaal 1,0.
  • Bij risico's van de Algemene Dienst die nog niet te vertalen zijn in een financiële omvang is uitgegaan van een benodigde weerstandscapaciteit van € 200.000,-.
  • Bij de kanspercentages van risico's van de Algemene Dienst (0-10%, 11-25%, 26-50% en 51-100%) is uitgegaan van een 'worst case scenario'. Dat wil zeggen dat voor deze kanspercentages de bovenkant van de bandbreedte is aangehouden: respectievelijk 10%, 25%, 50% en 100%.
  • Risico's zijn geprioriteerd op basis van de vermenigvuldiging kans x impact en vervolgens op basis van de benodigde weerstandscapaciteit.

Op basis van het vastgestelde beleid bedraagt de ratio weerstandscapaciteit voor gemeente Venlo naar verwachting 0,78 in 2018, oplopend naar 0,83 in het jaar 2021. Tevens is de ratio weerstandscapaciteit van de begroting 2017 geactualiseerd.

Ratio weerstandscapaciteit Gemeente Venlo

Bij de berekening van onze beschikbare weerstandscapaciteit hebben we rekening gehouden met de verwachte tekorten in 2017, waardoor onze beschikbare weerstandscapaciteit in 2017 fors afneemt en onze algemene reservepositie in 2017 negatief uitkomt. Naar verwachting zal de ratio weerstandscapaciteit in 2017 - bij gelijkblijvende risico's - een zeer laag peil bereiken.

Wij hebben daarom gekeken naar mogelijkheden om onze algemene reserve (en daarmee onze vermogenspositie) te versterken door een herstructurering van ons eigen vermogen. Wij hebben hierbij gedeeltelijk de reserves met een inkomensfunctie (afschrijvingsreserves) laten vrijvallen ten gunste van de algemene reserve. Deze herstructurering van ons eigen vermogen veroorzaakt het grote verschil in de hoogte van de ratio tussen het jaar 2017 en 2018. Hierbij is het van belang om op te merken dat het hier gaat om een verschuiving van middelen en dus niet om extra geld.

De waarde van de ratio beneden de 1 betekent dat de gemeente - zoals het er nu naar uitziet - in 2017 en de komende jaren naar verwachting niet over voldoende weerstandscapaciteit zal beschikken om eventuele tegenvallers op te vangen.

De provincie heeft in haar financieel verdiepingsonderzoek in 2015 geconcludeerd dat gemeente Venlo aan de voorwaarden van meerjarig repressief (standaard) toezicht voldoet. Aan dit besluit is toen echter de voorwaarde verbonden dat de ratio weerstandscapaciteit vanaf 2018 minimaal 1,0 dient te zijn.

Zoals het er naar uitziet gaat het niet lukken om vanaf 2018 aan de norm van de provincie (ratio vanaf 2018 >= 1) te voldoen, mede gezien de verwachte opgaven in 2018 en verder. Het is op dit moment nog niet duidelijk wat de consequenties hiervan gaan zijn.