Vanaf 2014 is een integraal afwegingskader ingesteld waarbinnen onrendabele investeringen worden afgewogen, het zogenaamde kapitaallastenplafond. Hierbij wordt een expliciet onderscheid aangebracht tussen de afwegingen binnen de reguliere exploitatie (baten en lasten) en afwegingen binnen de investeringssfeer. Nieuwe onrendabele investeringen (zowel vervanging als uitbreiding) moeten passen binnen de ruimte die daarvoor meerjarig ter beschikking is gesteld door de Raad. De gemeenteraad is vrij om het kapitaallastenplafond te verhogen en/of te verlagen.
1. Uitgangspunt is het vastgestelde kapitaallastenplafond in de begroting 2017-2020.
2. Als gevolg van het genomen raadsbesluit Vierpaardjes (2017-24) wordt het kapitaallastenplafond verhoogd.
3. Door de omzetting van kapitaallasten in exploitatielasten wordt het kapitaallastenplafond verlaagd.
4. Daarnaast wordt een aantal maatregelen voorgesteld om het kapitaallastenplafond te verlagen ten gunste van de algemene middelen.
5. Als gevolg van amendement A wordt het kapitaallastenfplafond verhoogd.
Vervangings- en uitbreidingsinvesteringen
Voor alle (lopende)investeringskredieten is de planning van de kasstromen geactualiseerd. Daarnaast is het investeringsplan 2018-2021 verwerkt in deze begroting. De ruimte die in 2018 is ontstaan als gevolg van de actualisatie, is in deze begroting ten gunste van de algemene middelen vrijgevallen. De resterende ruimte in 2019 en verder blijft beschikbaar binnen het kapitaallastenplafond.
Dit leidt tot het volgende beeld:
Aangezien de investeringen op het investeringsplan vanaf 2020 in totale omvang sterk teruglopen blijft de resterende ruimte binnen het kapitaallastenplafond gereserveerd voor (vervangings-)investeringen.
In bijlage II is een nadere toelichting op de investeringen en de ontwikkeling van de kapitaallasten opgenomen.